Shizen no Tamashii -自然の魂
  • Home
  • Wie wij zijn
  • Onze Honden
    • Ichigo ♀
    • Sachi ♀
    • Kôgen ♂
    • Egao ♀
    • Tomo ♂
  • Nieuws
  • Shownieuws
    • To show or not to show
    • Show Results - Ichigo
    • Show Results - Sachi
    • Show Results - Kôgen
  • De Shiba
    • Rasstandaard
    • Gezondheid
    • Training >
      • Trainen met een oertype
      • Loslopen?!
    • Voeding
  • Puppy's
    • Pluche met tandjes
    • Verwacht
    • Enten? Titeren! Meten is weten.
    • Nakomelingen/Offspring >
      • A-Nest
      • B-Nest
      • C-Nest
      • D-Nest
      • E-Nest
      • F-Nest
  • What's in a name?
  • Opvang
  • Foto Album
    • Ichigo >
      • Van pup tot volwassen hond
      • 1 jaar en ouder
      • 2 jaar en ouder
      • Ichi & Friends >
        • Ichigo & Jagger
        • Ichigo, Shira & Taro
        • Ichigo & Dean
      • Ichi & Family
      • Japanse Waterhond
      • Shows
    • Sachi >
      • Van pup tot volwassen hond
      • Sachi & Family
      • Shows
    • Ichigo & Sachi
    • Sneeuwpret
    • The raw food experience!
  • Links
  • Contact

De fases van pup tot volwassen hond.



Puppies worden geboren na een draagtijd van gemiddeld 9 weken (62 dagen, gemiddeld 59-63 dagen).

De neonatale fase: 0 - 14 dagen leeftijd

De pups worden doof en blind geboren en blijven dit de eerste 10-14 dagen. Voelen en ruiken kunnen ze wel. Met hun tastzin en neus vinden zij de weg naar moeders tepel en leren zij haar geur en die van hun broertjes en zusjes (her)kennen.
Ook nemen ze in deze periode de mensengeur op. Deze fase is dus belangrijk voor de hond-mens binding. Rust is in deze fase belangrijk. 

Puppies wegen afhankelijk van het ras bij de geboorte tussen de 100 en de 500 gram. Iedere 2-3 uur drinken de puppy's melk bij de moeder. 

Na ongeveer 10 dagen gaan de oogjes en de oren open. 

De overgangsfase: 10 - 21 dagen leeftijd

De overgangsfase is de periode voorafgaand aan de socialisatiefase. De pups openen hun oogjes en gaan ook horen. De pups gaan een beetje op onderzoek uit en wennen geleidelijk aan de twee zintuigen (zien en horen) die ze erbij gekregen hebben.

Gebit
Bij de geboorte zijn de tanden van de puppies nog niet te zien. De eerste elementen van het melkgebit komen 3-4 weken na de geboorte door het slijmvlies te voorschijn.
Picture

De eerste socialisatiefase: 3 - 12 weken leeftijd


Deze fase is een heel belangrijke periode in het leven van de pup. In deze periode moeten de pups de rest van de buitenwereld als normaal gaan beschouwen. 

Ze maken kennis met van alles en iedereen en zijn onderzoekend en nieuwsgierig. In deze periode moeten de hondjes met een zo breed mogelijk menselijk als dierlijk publiek in aanraking komen.
Dit is ook de juiste periode om met de pup naar een training te gaan (9 wkn).

In deze periode komen de tanden en kiezen door het slijmvlies tevoorschijn en vindt uw pup het lekker om ergens op te kunnen kauwen.

De 1e vaccinatie
Op 6-7 weken leeftijd worden de puppies voor het eerst gevaccineerd.
 
Op +/- 7 weken worden de pups gespeend; de teef accepteert niet meer, dat haar kroost nog aan de tepels komt om te drinken. 

Vanaf 8 weken mag de pup naar de nieuwe baas. De 1e socialisatieperiode gaat dus door wanneer de pup naar het nieuwe baasje gaat. Deze moet dan ook doorgaan met socialiseren: neem het hondje overal mee naar toe. Het grote voordeel is dat de hond in deze fase heel ontvankelijk en enthousiast is en makkelijk hersteld van een nare ervaring.

Socialisatie

De belangrijkste tijd in het leven van een hond is de socialisatieperiode, die de eerste maanden van zijn leven beslaat. De socialisatieperiode bestaat uit twee fasen. 

Alles wat hij in deze korte periode leert (of juist niet leert) bepaalt voor een groot deel zijn latere ervaringen. Hij leert hoe hij met zijn soortgenoten, andere dieren en mensen moet omgaan, maar ook went hij in deze tijd het gemakkelijkst aan vreemde geluiden of rare voorwerpen. Een pup die in deze periode weinig of niet te maken heeft gehad met al deze prikkels, zal op latere leeftijd altijd wat moeite blijven houden er aan te wennen. Dit kan zich uiten in diverse gedragsproblemen, zoals bijvoorbeeld agressie of angst. Alle reden dus om hier veel aandacht aan te besteden bij de opvoeding van een pup!

Wennen aan prikkels
Ook moeten ze leren dat allerlei prikkels zoals bijv. het lawaai van auto's, treinen, apparaten enz. niet eng is. Dit proces wordt socialisatie genoemd. 

De 1e socialisatieperiode moet rustig gebeuren, anders krijgt de pup een overkill aan informatie en kan hij dat niet op de juiste manier verwerken. Het is prima om de pup op de arm te nemen en rustig te laten wennen aan de nieuwe prikkel(s). U merkt snel genoeg of uw pup angstig of nieuwsgierig is. In het eerste geval is uw hond nog niet toe aan de prikkel. In het tweede geval is de pup klaar om op de grond op verkenningstocht te gaan. Als het nog wat angstig is negeer uw angstige pup en troost het niet, want dan versterkt u de angst. Breng in een later stadium de pup opnieuw met de prikkel in aanraking, na een paar keer zal de hond de prikkel als normaal gaan beschouwen en er niet meer angstig voor zijn.

Nieuwe baas

Vanaf de leeftijd van 8-9 weken is de pup zelfstandig genoeg om naar zijn of haar nieuwe baasje te gaan. De 1e socialisatiefase is nog niet afgelopen en de pup is nog nieuwsgierig en onderzoekend. De nieuwe baas moet daar op inspelen en actief met de pup bezig gaan. Denk eraan dat de pup op dit moment in een levensfase zit dat nieuwe prikkels nog zonder schroom of angst tegemoet getreden worden.

Zodra het hondje bij u thuis is, is het advies om het door uw dierenarts na te laten kijken. De dierenarts kan dan uw pup nakijken of het gezond is en de ontworming en vaccinatiestatus controleren. Ook is het heel belangrijk dat de pup alvast aan een dierenarts kan wennen. De pup zal deze nieuwe ervaring nog onbevangen tegemoet treden. 

Tijdens de gezondheidscontrole wordt er o.a. gekeken naar: 

  • het gebit en vooral of de stand goed is
  • de oren vooral oormijt zie je nog wel eens bij puppies
  • er wordt naar hart en longen geluisterd
  • de buik wordt nagevoeld en gecontroleerd of er geen navelbreuk aanwezig is
  • de vacht wordt gecontroleerd op parasieten zoals vlooien
  • het gewicht van de hond wordt bekeken of dit in verhouding is tot de grootte van de pup
  • controle bij een reu of de balletjes ingedaald zijn
  • controle chip
  • bespreken voeding van uw pup
  • bespreken bestrijding van parasieten

Vlooien, wormen en de bestrijding hiervan.
Zie kopje 'Beestjes'.

De 2e vaccinatie
Op 9 weken leeftijd worden de puppies voor de tweede keer gevaccineerd.
Ook dan vindt een gezondheidscheck plaats. 

Het is ook van belang om al op jonge leeftijd (liefst rond 8-10 weken) met de pup naar een puppycursus te gaan. Dan leert de pup omgaan met andere honden dan die ze in het nest al gezien hebben. Vaak is een pup wel gewend aan mensen maar niet aan andere honden.

Veel hondenscholen houden speciale ‘Puppydagen’, bedoelt voor puppies van 8 tot 12 weken. Deze dagen zijn in het leven geroepen om zo optimaal gebruik te kunnen maken van de socialisatieperiode die tot de 12de week van het leven van de hond duurt. 
Mis deze kans niet: u kunt deze fase nooit meer inhalen. 
Een slechte socialisatie is de oorzaak van een hond die angstig is voor vreemde mensen en honden. Veel hondenbeten zijn het gevolg van angst bij de hond door een slechte/onvoldoende socialisatie. Bij de lessen ligt de nadruk zoals gezegd op de socialisatie en het van het begin af aan starten met een aantal goede gewoontes voor uw pup. Een goed begin is het halve werk.

Hoe lang wandelen?
Er is natuurlijk niets leukers dan wandelen met uw nieuwe pup. Denk er aan dat u een jong dier heeft en laat het niet teveel lopen.
Als richtlijn geldt voor een pup: meerdere keren per dag uitlaten. De tijdsduur per uitlaatbeurt is in minuten uitgedrukt gelijk aan het aantal levensweken van de pup. Dit is dus bijvoorbeeld voor een pup van 9 weken 9 minuten per uitlaatbeurt. 
We raden het dus af om gedurende lange tijd achter elkaar met een pup te lopen. U mag wel zo vaak u wilt naar buiten, maar niet zo lang u wilt! 

Zindelijkheid
Belangrijk hierbij is, dat u de signalen die uw hond afgeeft vlak voordat hij gaat plassen of poepen oppikt en hier op reageert. Vaak zijn dit tekenen van onrust. Loop dan direct met de pup naar buiten. 
Zeker de eerste maanden is het zaak vaak uw pup uit te laten. Doe dit in ieder geval nadat de pup geslapen heeft, na spel en na de maaltijd. Wanneer de hond buiten zijn behoeften doet wordt hij daarvoor uitgebreid beloond. Wanneer de pup onverhoopt toch binnen heeft geplast of gepoept mag u hem hiervoor nooit bestraffen. U kunt beter de pup oppakken en buiten zetten.
Enkele tips: de pup niet 's avonds laat nog laten eten of drinken, desnoods midden in de nacht nog een keertje uitlaten, plaats uw hond 's nachts en bij uw afwezigheid in een bench. Honden houden er namelijk niet van om hun eigen nest te bevuilen. 
Neem de pup niet mee in bed als u gaat slapen. Het is ook niet verstandig om de hond naast u op de bank te laten zitten of slapen. Een pup moet van jongs af aan door krijgen dat het lager in rang is dan de mensen om hem/haar heen. Als de rangorde niet goed duidelijk is dan is het gevaar aanwezig dat de hond later zich niet lager in rang voelt en onhandelbaar wordt.
Vroeg of laat zal uw hond te maken krijgen met een bezoekje aan de dierenarts. Het is handig als u uw pup daar vroeg kennis mee laat maken, zodat een dierenartsbezoek niet vervelend hoeft te zijn. Oefen af en toe met de hond op tafel zetten, open zijn bekje, inspecteer zijn oren, enz. Doe dit alles spelenderwijs.
Bij het openen van de bek kunt u meteen oefenen met het poetsen van de tanden. Tandenpoetsen bij hond vermindert de kans op tandsteen en daarmee gepaard gaande tandvleesontseking. Oefen dit poetsen door met een gaasje om uw vinger over de tanden en het tandvlees van de tanden en kiezen van de bovenkaak te strijken. 

Autorijden
Net als bij de mens komt bij de hond ook wel eens wagenziekte voor. De verschijnselen zijn braken, hijgen, of onrustig gedrag tijdens het autorijden. Vaak groeien de jonge honden er overheen op latere leeftijd. 
Enkele tips om de rit zo aangenaam mogelijk te houden:
Geef de hond voor vertrek een klein beetje voer. Een volle maag geeft eerder aanleiding tot braken dan een lege of beetje gevulde maag.
Zorg ervoor dat de hond zich op zijn gemak voelt. Oefen met korte ritjes en probeer de hond af te leiden. 
Zorg voor goede ventilatie en een koele, frisse auto. 

Kinderen
Het hondje moet ook leren omgaan met andere huisgenoten, zowel mens als dier. Weer is het de zaak om niet te troosten als de hond bang is. Daarnaast kun je hem aanleren dat andere mensen en dieren heel leuk zijn door met het hondje te spelen of hem iets lekkers te voeren in het bijzijn . Met bijvoorbeeld de baby op schoot en het hondje aan je voeten geef je hem een hondenkoekje. Zo leert de hond: als de baby er is, krijg ik iets lekkers. Zo kun je dat ook met de kat doen, het konijn, etc.
Het is heel goed om uw pup vroeg in aanraking te brengen met kleine kinderen. Zo leert hij deze kennen als onderdeel van zijn roedel. Laat echter nooit uw hond alleen met kinderen, ook niet voor heel even!

Voeding
Als richtlijn geldt voor het aantal maaltijden per dag voor een pup: 

  • begin met 4x daags tot 3 maanden leeftijd
  • vanaf 3 maanden leeftijd 3x daags tot 6 maanden
  • vanaf 6 maanden 2x daags
Het is het beste om de eerste dagen het voer te geven dat de fokker aan uw pup gaf. Gedurende 2 weken mengt u het puppyvoer dat u wilt gaan geven met het voer van de fokker, zodat de voerovergang zo geleidelijk mogelijk verloopt. Als u te snel een voerverandering doorvoert kan er diarree ontstaan.

Zie meer onder het kopje 'voeding'.

Spelen
Een pup vindt het heerlijk om op van alles te bijten en te kauwen. Denk er wel aan dat niet al het speelgoed geschikt is voor een pup. Te hard speelgoed kan zelfs slecht zijn voor het gebit.
De tanden van uw pup zijn niet gemaakt om hard aan te trekken! Als u met uw pup wilt spelen en bijvoorbeeld aan een flostouw of handdoek laat trekken: laat uw pup trekken en trek zelf niet hard terug!
Het gevaar is namelijk aanwezig dat u de melkhaakand van uw pup kapot trekt als u te plotseling trekt. Indien deze tand afgebroken is dan moet de afgebroken melkhaaktand getrokken worden. Indien deze niet getrokken wordt dan kan de blijvende haaktand aangetast worden of zelfs helemaal niet uitgroeien.

De tweede socialisatiefase: 12 weken tot 6 maanden leeftijd

Deze fase wordt ook wel angstfase genoemd.

De nieuwsgierigheid die de 1e socialisatiefase kenmerkt, heeft plaatsgemaakt voor angst. De pup zal niet meer enthousiast de wereld tegemoet treden, maar juist terughoudend zijn en vluchtgedrag vertonen.

Het herstelvermogen na een vervelende ervaring is lang en in deze fase is de kans dat de pup blijvend bang blijft voor bepaalde dingen groot. De hond moet leren, dat alle dingen waarmee hij al ooit geconfronteerd was voorheen, nu ook niet gevaarlijk zijn en dat er dus niets nieuws onder de zon is wat dat betreft. 

Als de pup het bovenstaande proces niet leert, kan de pup weer ge-desocialiseerd raken.

3de vaccinatie

Op 12 weken krijgt uw pup de 3e vaccinatie, de cocktail genaamd. Er wordt gevaccineerd tegen 6-7 verschilende ziektes. Ook mag uw pup vanaf 12 weken tegen rabiës gevaccineerd worden. Dit is verplicht als u met uw dier naar het buitenland wilt gaan. 

In overleg met u worden de componenten van de vaccinatie bepaald. Hierbij spelen de leefomstandigheden van uw hond een belangrijke rol: de leeftijd en het zwemgedrag van uw hond, de infectiedruk (pension, hondenschool, tentoonstelling) en een bezoek aan het buitenland.
Het is aan te raden daarom uw hond ook, naast de gewone jaarlijkse enting, te laten enten tegen kennelhoest.

Als uw hond meegaat naar het buitenland is een rabiësvaccinatie verplicht. Ook een chip en een Europees dierenpaspoort zijn dan verplicht.

Sommige landen (oa Engeland, Noorwegen, Zweden) hebben nog aanvullende eisen, zoals bloedonderzoek (rabiëstiter), ontworming of een teken behandeling. 

Entschema:
Picture

De puberteit: 6 maanden tot 1 jaar leeftijd

Op 6 maanden leeftijd moet de pup weer worden ontwormd.

Controleer het gebit regelmatig.
Als uw pup 5-7 maanden oud is gaan de melkhaaktanden wisselen. De wortels van deze melktanden worden door druk vanuit de blijvende haaktand op de wortel gestimuleerd om op te gaan lossen. Bij sommige honden gaat dit niet goed en blijft de melkhaaktand zitten terwijl de blijvende tand al doorgekomen is. Dit wordt een persisterende melkhaaktand genoemd. Het probleem is dat de blijvende haaktanden dan niet voldoende ruimte krijgen en verkeerd doorkomen, er kunnen standsafwijkingen ontstaan. Een melkhaaktand en een volwassen haaktand mogen niet samen te zien zijn! 

Vooral kleinere hondenrassen hebben hier last van, controleer dus goed het wisselen.


Op 1 jaar leeftijd moet de hond weer worden ontwormd.
Aangestuurd door
✕